Om op een efficiënte manier vooruit te komen in het water zijn er verschillende soorten zwemslagen. Elke zwemslag heeft een eigen stijl en unieke eigenschappen. Hier behandelen vier zwemslagen, namelijk de schoolslag, de borstcrawl, de rugslag en de vlinderslag. De eerste drie zwemslagen leer je bij je het behalen van je ABC-diploma’s.
Schoolslag
De schoolslag is een van de zwemslagen die als eerste wordt aangeleerd bij zwemles. Deze slag wordt het meest gezwommen door de banenzwemmers. Met deze zwemslag beweeg je niet snel door het water, maar het is wel een efficiënte beweging. Het kost weinig energie waardoor er wel grote afstanden overbrugd kunnen worden.
Met de schoolslag duw je met je armen het water opzij en naar achteren. De benen maken een trapbeweging naar achter waardoor jij jezelf vooruit duwt. Door deze bewegingen te herhalen kom je vooruit in het water. Bij deze beweging is het van belang dat de timing juist is, zodat je efficiënt vooruit komt.
Borstcrawl / borstslag
De borstcrawl is ook een van de populairste zwemslagen. Deze zwemslag is de snelste manier om voort te bewegen in het water. Maar deze zwemslag kost best veel energie waardoor je armen al snel verzuren. De borstcrawl vraagt daarom ook veel van de spieren in het bovenlichaam en spreekt alle spieren aan vanwege de constante beweging.
Bij de beweging van de borstcrawl worden de armen in een alternerende beweging bewogen vanuit de schouder. De ellebogen worden dicht bij het lichaam gehouden en de handen in een golvende beweging van de heup naar de borst. De benen blijven constant trappelen. Door je hoofd mee te draaien met de armen die de slag gaan maken zijn dat de beste momenten om adem te halen.
Rugslag
De rugslag wordt in tegenstelling tot de vorige zwemslagen op de rug uitgevoerd. Door middel van de armen en de benen beweeg je vooruit in het water. Met deze zwemslag worden voornamelijk de rugspieren gebruikt en ontwikkeld.
De zwemslag begint op de rug. De armen maken een zwaaibeweging uit het water en wisselen af om zo het water weg te duwen en vooruit te komen. De benen maken een snelle trappel beweging om ook zo vaart te creëren. Let hier goed op dat de timing juist moet zijn om zo efficiënt mogelijk vooruit te komen.
Vlinderslag
De vlinderslag is een geavanceerde zwemslag en is moeilijk om te leren. Deze slag is voortgekomen uit de schoolslag en is daarbij ook één van de jongste zwemslagen. Daarnaast is deze zwemslag ook erg zwaar. Maar wanneer hij juist wordt uitgevoerd is het een snelle manier om voort te bewegen in het water. Deze geavanceerde zwemslag kan je leren bij zwemvaardigheden. Dit komt na je typische ABC.
Bij deze zwemslag bewegen de armen gelijktijdig en golvend om vooruit te komen. Belangrijk is, is dat de armen in een rechte lijn blijven en tegelijk bewegen. Wanneer de armen naar voren bewegen worden ze uitgestrekt en wanneer ze naar achteren bewegen worden ze gebogen. De benen bewegen snel op en neer, maar dit gebeurt ook tegelijk. Er wordt dus niet afgewisseld en alles gebeurt in één beweging. De benen moeten in lijn blijven met de romp voor een soepel en efficiënte beweging. Bij deze zwemslag is het ook van belang om een juiste ademtechniek te hebben. Het beste is om de adem in te houden wanneer het hoofd onder water is, om dan snel in en uit de ademen wanneer het hoofd boven water is.
Ook meer zwemslagen leren?
Meld je dan ook voor onze leuke zwemlessen in Amsterdam! Wij leren je spelenderwijs, en in kleine groepen, om je zwemvaardigheid te verbeteren. Zwemmen is leuk bij Van der Walsport!